Aantekeningen |
- In 1805 maken Jan Maartense en Sara Uyl hun testament. Jan lag toen ziek te bed.
De boerderij en de gronden zouden aan hun zoon Abraham komen, die daarvoor fl 180 per gemet moest inbrengen in de boedel.
Het verschuldigde bedrag mocht hij desgewenst betalen over een periode van zeven jaar, mits hij 4% rente per jaar betaalde.
De losse goederen van het echtpaar moesten in het openbaar verkocht worden binnen twee maanden na het overlijden van de langstlevende.
Jan Maartense overleed op 19-4-1806, oud 81 jaar, nalatende zeven kinderen uit zijn tweede huwelijk en drie kleinkinderen van een kind uit zijn eerste huwelijk.
De waarde van zijn erfenis bedroeg de helft van het zuiver montant van de boedel, zijnde £ 2.405:1:5, hetgeen werd verdeeld over de weduwe Sara Uyl, haar zeven kinderen en de drie nagelaten wezen van Jans overleden zoon Maarten.
|